Geen koppen tegen elkaar maar samen verder
In de aanloop naar een nieuw pensioenstelsel lijkt de spanning tussen sociale partners en pensioenuitvoerders toe te nemen. Sociale partners gaan over de keuze van het contract. Ze denken zo nu en dan ook na over onderbrenging van een nieuw contract bij een andere uitvoerder. Maar de keuze voor een andere uitvoerder sluit het standaard transitiepad met invaren af. De vraag is of dit in het belang is van werkgevers, werknemers en de andere (inactieve) deelnemers. Zeker bij een voorkeur voor het nieuwe pensioencontract, kunnen de diverse betrokken partijen beter samen optrekken.
Kan het nieuwe pensioencontract zonder invaren?
Het besluit om al dan niet in te varen, is van grote invloed op de inrichting van het nieuwe pensioencontract (NPC). Zonder ingevaren rechten, is er bijvoorbeeld geen kapitaal om de leenrestrictie voor jongeren op te heffen. Daar tegenover staat dat er zonder jongeren geen beschermingsrendement is voor ouderen. De demografische samenstelling van de populatie en de continuïteit zijn van grote invloed op de meerwaarde van het NPC. Daarnaast kan invaren een vorm van compensatie bieden in het kader van de afschaffing van de doorsneesystematiek.
Leenrestrictie opheffen kan alleen met ouderen in het pensioenfonds
Een van de onderscheidende kenmerken van het NPC is dat je de leenrestrictie kunt opheffen. Dat wil zeggen dat jongeren voor meer dan 100% in aandelen kunnen beleggen. Indien dit aansluit bij de voorkeuren van de deelnemers, levert dit in theorie een hoger verwacht pensioen op. Maar er ontstaat ook het risico op een negatief vermogen op jongeren. Dat is onwenselijk en dit risico moet het collectief opvangen, ofwel door ouderen. Dat betekent dat je genoeg ouderen in het pensioenfonds moet hebben waarvan het kapitaal kan worden ingezet om de leenrestrictie op te heffen.
Voor beschermingsrendement heb je jongeren nodig
Een ander onderscheidend onderdeel van het NPC is het perfecte beschermingsrendement, dat beschermt tegen een verdere daling van de rekenrente. Dit levert ouderen een stabieler pensioen op. Maar jongeren dragen wel de risico’s dat het werkelijk behaalde beschermingsrendement in de financiële markt niet voldoende is voor het toegekende beschermingsrendement. Ook hier heb je dus een goede verhouding tussen ouderen en jongeren nodig. Een gesloten pensioenfonds of een pensioenfonds met te weinig jongeren kan deze voordelen niet bieden aan ouderen. Of het legt een te groot risico neer bij een beperkt aantal jongeren. Dit is tevens een groot risico voor pensioenfondsen die vergrijzen of pensioenfondsen met het risico op discontinuïteit.
Sociale partners en pensioenfonds hebben elk eigen rol
Sociale partners gaan over de keuze voor een nieuw pensioencontract. En doen een verzoek tot uitvoering van dit contract door een pensioenuitvoerder. Als het verzoek aan de bestaande pensioenuitvoerder, het pensioenfonds, wordt gedaan, dan gaat het pensioenfonds vervolgens over het al dan niet aanvaarden van de opdracht om deze uit te voeren. Daarnaast kunnen sociale partners vragen aan het pensioenfonds om in te varen. Het besluit om akkoord te gaan met invaren en vervolgens de precieze invulling van invaren ligt bij het pensioenfonds. Evenals sociale partners, weegt het pensioenfonds of het evenwichtig is om in te varen.
Indien een pensioenfonds de opdracht niet aanvaardt of het verzoek tot invaren niet honoreert, kunnen sociale partners ook kiezen voor een andere uitvoerder. Invaren volgens het standaard transitiepad is in dat geval niet mogelijk. Dan is er namelijk instemming nodig van individuele deelnemers. En dat betekent weer wat voor de keuze van het pensioencontract. En voor de keuze van de uitvoerder. Want met een leeg pensioenfonds behaal je de beoogde voordelen van het nieuwe contract niet zomaar. Is een keuze voor het NPC zonder het pensioenfonds dan nog wel in het belang van de werknemers en overige deelnemers?
Keuze voor NPC vraagt om invaren en continuïteit bestaand pensioenfonds
Sociale partners beslissen over de keuze van het contract. Maar het is niet voordelig om voor het NPC te kiezen zonder invaren en dus zonder het collectief van het bestaande pensioenfonds. Een leeg pensioenfonds schiet immers zijn doel voorbij. En dat is niet in het belang van deelnemers. Indien sociale partners de keuze voor het NPC open willen houden en de compensatielasten met een dubbele transitie willen beperken, kunnen ze de pensioenfondsen maar beter aan boord houden. Samen optrekken en naar elkaar en de deelnemers luisteren, is dan ook van groot belang.
Auteurs: Lieke Werner & Agnes Joseph, actuarissen