Blijf bij de essentie, het solidaire contract is eenvoudig uit te voeren
In het nieuwe pensioenstelsel stappen we over naar premieregelingen. Gepensioneerden hebben een pensioenvermogen. Ze kopen een pensioen. De prijs van dat pensioen kun je helemaal uitsplitsen naar allerlei technische componenten. Dan zie je een lange kassabon. Super ingewikkeld.
Dat vond ook Pieter Omtzigt begin november 2022 bij de behandeling van de Wet toekomst pensioenen in de Tweede Kamer. Maar al die theoretische gedachten en complexiteit zijn helemaal niet nodig. Aan een verkorte kassabon heb je genoeg. De werking hiervan is bovendien al ruim in de praktijk bewezen.
Definitie beschermingsrendement in solidaire contract is ingewikkeld
De gedachte dat een complexe methodiek nodig is, komt door een ingewikkelde definitie van het beschermingsrendement in het solidaire contract. Het beschermingsrendement bestaat uit rendement, biometrische effecten en rentebewegingen. Eerst worden rendementen bijgeschreven en daarna de andere componenten toegedeeld. Daarna verdeel je per onderdeel overrendement. Het resultaat is een ingewikkelde kassabon.
De korte kassabon
Vanuit deelnemersperspectief gaat het er om hoeveel vermogen je nodig hebt om je pensioen te kunnen blijven uitkeren. De prijs van pensioen kan stijgen door een hogere levensverwachting of een lagere rente. Bij een prijsstijging is een korte kassabon met 2 onderdelen genoeg. Wat was nodig om de prijsstijging goed te maken en wat is vervolgens eventueel aan extra rendement gehaald (of te weinig). Dat bepaalt of het pensioeninkomen stijgt of daalt.
De complexe opdeling van het beschermingsrendement is stiekem hetzelfde als de onderdelen die samen komen in de standaard actuariële factor. Een actuariële factor kan je zien als de prijs van 1 euro pensioen. Als je de actuariële factor gebruikt weet je daarom veel sneller wat het gereserveerde vermogen moet zijn om het pensioeninkomen op hetzelfde niveau te houden.
Dat werkt zo. Het beschermingsrendement is het verschil tussen het benodigde vermogen en het aanwezige persoonlijke pensioenvermogen na aftrek van de uitkering, waarbij je het benodigde vermogen bepaald op de meest actuele prijs van pensioen. In de meest actuele actuariële factor zitten de actuele sterftetafels en rentecurves en een eventueel hogere levensverwachting of een dalende rente verwerkt. Je bepaalt met de actuele actuariële factor in 1 berekening eenvoudig wat extra nodig is voor het pensioeninkomen.
Theoretische uitsplitsingen onnodig
Als er meer rendement is gemaakt dan nodig was voor de prijs van pensioen is er overrendement. Dit overrendement is dan gelijk aan de stijging of korting die een gepensioneerde krijgt op zijn pensioeninkomen. Het fonds kan dat spreiden. Na deze aanpassing is er weer balans met het onderliggende vermogen. Je kan dan spreken van een dekkingsgraad van 100%. Dit werkt nu al zo in de collectieve uitkeringsfase van de verbeterde premieregeling. Het zorgt voor bescherming en overrendement en gelijke aanpassingen van de uitkering. Zonder complexe theoretische uitsplitsingen en kassabonnen.
Het solidaire contract is in essentie eenvoudig
Beschermingsrendement wordt heel complex gemaakt, maar dat is het niet. De focus op persoonlijke vermogens en ingewikkelde toedeelregels en benamingen leiden af van de kern. Die zit in de actuariële factor, ook wel de prijs van pensioen. Bovendien wil een gepensioneerde gewoon weten wat er is gebeurd met zijn pensioeninkomen.
Auteur: Lieke Werner, programmamanager pensioenakkoord
Achmea Pensioenservices |