4x huh?! uit de praktijk op weg naar het nieuwe stelsel
Op 1 juli is Wet toekomst pensioenen van kracht. We gaan een transitieperiode in. De eerste fondsen stappen naar verwachting in 2025 over. Zij zijn al aan de slag en lopen soms tegen praktische zaken aan. 4x huh?! in het solidaire contract. Wij denken daarom ook dat er 4x voordeel te halen is met een veegwet. Het resultaat: Hogere uitkeringen, minder pech en geluk en een evenwichtiger pensioen dat beter bestand is tegen inflatie.
Projectierendement beperkt zonder wetenschappelijke basis
In de uitkeringsfase in het solidaire contract mag je met een projectierendement rekenen. Met een hoger projectierendement krijg je een hogere startuitkering. Daardoor stijgt de uitkering in de jaren daarna naar verwachting wel minder. Maar stel je wil een collectieve uitkeringsfase, want je wil gelijke aanpassingen van de uitkering van pensioengerechtigden. Dan schrijft de lagere regelgeving ineens voor dat je met de risicovrije rente moet rekenen. Volgens de toelichting om ‘herverdeling’ te voorkomen. Huh?! In de flexibele premieregeling, kan je wel met een hogere uitkering starten. De uitkeringsfase in het solidaire contract is onnodig beperkt. De wetenschap zegt namelijk dat er meer rekenrentes zijn, zonder herverdeling. En verwachte rendementen horen daar ook bij.
Pech en geluk rond pensioendatum
Stel in het solidair contract wil je deelnemers vanaf 10 jaar voor de pensioenleeftijd geleidelijk mee laten doen met de collectieve uitkeringsfase. Geleidelijke meedoen met het uitkeringencollectief voorkomt namelijk pech en geluk generaties rond het moment van pensionering. De administratie ervoor is eenvoudig en de kosten zijn laag. Het was één van de verbeteringen uit de Wet verbeterde premieregeling. Maar dan lees je de Wet toekomst pensioenen. Huh?! In het solidaire contract kan geleidelijke toetreding tot het uitkeringencollectief niet. Inmiddels hebben actuarissen allerlei extra rekenregels bedacht om toch mogelijke pech- en gelukgeneraties rond pensioendatum te voorkomen in het solidaire contract. Maar nadeel daarvan is dat het complexer is en meer administratieve handelingen vraagt. En daar hangt dan weer een flink prijskaartje aan.
Solidariteitsreserve niet evenwichtig
Het pensioenfonds wil graag de solidariteitsreserve gebruiken om het inkomen van pensioengerechtigden te stabiliseren. Pensioengerechtigden hebben hier voordeel van. Het lijkt dan ook evenwichtig als pensioengerechtigden zelf die reserve vullen, bijvoorbeeld bij aankoop van hun uitkering. Dan krijg je een reserve voor- en door pensioengerechtigden. Dit mag voor de risicodelingsreserve in het flexibele contract. Maar in het solidaire contract is dit niet toegestaan. Daar mag je de reserve namelijk alleen vullen met premie en overrendement. En jongeren betalen die premie en overrendement grotendeels. Daarmee komt de evenwichtigheid in gevaar. Want het kan gebeuren dat jongeren ieder jaar de reserve vullen om steeds opnieuw kortingen voor pensioengerechtigden in dat jaar te voorkomen. Huh?! Een oplossing is om dezelfde vulregels te stellen voor het solidaire als het flexibele contract.
Koopkrachtbehoud in de uitkeringsfase
Het pensioen gaat in het solidaire contract meebewegen met de beurzen en rentebewegingen. Dit maakt dat je voor pensioengerechtigden conservatiever gaat beleggen. Je wil hun inkomen namelijk beschermen. Nadeel van deze opzet is dat je voor pensioengerechtigden automatisch stuurt op een nominale uitkering. De beurzen bewegen daarnaast niet zomaar één op één mee met de inflatie. In de wetgeving is wel een werkelijk behaald beschermingsrendement opgenomen. Dat ingezet kan worden om iets aan inflatiebescherming te doen. Maar de interpretatie van de toezichthouder DNB blijkt nu zodanig dat deze optie voor pensioenfondsen niet meer aantrekkelijk lijkt. Kortom het solidaire contract moet volgens de doelstellingen van het pensioenakkoord ‘koopkrachtiger’ zijn. Maar wetgeving en interpretaties zitten sturing op koopkrachtbehoud dwars. Huh?! Waarom laten we koopkrachtbeschermingsoplossingen uit de praktijk niet gewoon toe?
4 voordelen te behalen via een veegwet
Een aantal praktische punten zitten een goed en uitlegbaar pensioen in de weg. Met kleine aanpassingen in de nieuwe wet is dit te verhelpen. Daarom zien wij graag een veegwet. Voor het solidaire contract kan dit leiden tot 4 voordelen. Namelijk een hogere uitkering in combinatie met een meer solidaire uitkeringsfase. Eenvoudig voorkomen van pech en geluk. Minder herverdeling van jong naar oud via de solidariteitsreserve. En last but not least een koopkrachtiger pensioen. En daar was het toch ook allemaal om begonnen?
Auteur: Agnes Joseph, master actuaris
Achmea Pensioenservices Achmea Pensioenservices adviseert pensioenfondsen, sociale partners en beroepspensioenverenigingen op weg naar het nieuwe stelsel. Wilt u weten wat dit voor het pensioenfonds betekent? Neem dan contact met ons op. |